4-maanden-slaapregressie – Alles wat je moet weten (baby 3 tot 5 maanden)

Sarah Babyschlafberaterin
Sarah Mann
Gecertificeerd babyslaapconsulente en moeder van zeven Certified Consultant

Met ongeveer 4 maanden is het zover: je kleintje verandert officieel zijn slaapritme van de typische pasgeborenenslaap naar een meer volwassen slaap. Een enorme uitdaging voor dat kleine brein… En waarschijnlijk heb je het al gemerkt: deze overgang is niet niks!

Welkom bij de 4-maanden-slaapregressie!

Hier vertel ik je wat je kunt verwachten en hoe je deze fase op een liefdevolle en succesvolle manier kunt doorstaan.

De 4-maanden-slaapregressie

Waarschijnlijk ervaar je hetzelfde als veel andere ouders in deze fase: plotseling slaapt je kleintje slechter, wordt vaker wakker, doet veel kortere dutjes en is over het algemeen aanhankelijker en huileriger.

Uit mijn dagelijkse werk met ouders (en uit mijn eigen ervaringen) weet ik dat veel ouders tussen de 3 en 5 maanden een plotselinge verandering in het slaapgedrag van hun baby meemaken. Dit veranderde slaappatroon zorgt ervoor dat vooral moeders (en soms ook vaders) zich extreem vermoeid voelen. Gebrek aan slaap beheerst dan vaak dag en nacht. Bovendien kunnen de slaapgewoonten die nu ontstaan, zich over weken, maanden of zelfs jaren uitstrekken.

Maar geen paniek, het hoeft niet zo te gaan! Er zijn absoluut oplossingen en handige overlevingstips als je midden in deze slapeloze periode zit! 😉

Slaapregressies op andere leeftijden (zoals de intensieve fases rond 8-10 maanden, 11-12 maanden, 1,5 jaar en 2 jaar) zijn meestal tijdelijk. De 4-maanden-slaapregressie daarentegen brengt een blijvende verandering in de manier waarop je baby vanaf nu slaapt.

4-maanden-slaapregressie – Alles wat je moet weten (baby 3 tot 5 maanden)

Baby 4 maanden – Mentale en motorische ontwikkeling

Daarnaast maakt je baby op cognitief en motorisch vlak een enorme ontwikkeling door. Plotseling herkent hij kleine gebeurtenissen en nieuwe verbanden. Hij trekt bijvoorbeeld zijn sokken uit of gooit dingen op de grond, omdat dat zo’n leuk geluid maakt (en mama of papa raapt ze steeds weer op – geweldig).

Alsof dat nog niet genoeg is, begint je baby zich nu als een eigen individu te zien, groeit hij misschien een kledingmaat en wordt hij steeds beweeglijker. Misschien leert je kleintje zich net omdraaien van zijn rug naar zijn buik?

Een nieuwe wereld in slaapgedrag

Zoals je ziet, heeft je baby rond de 4 maanden ontzettend veel te verwerken. Daarnaast maakt hij rond deze leeftijd (soms iets eerder of later) een enorme en blijvende verandering door in zijn slaap. Kort gezegd, tot nu toe had je baby nog een typisch pasgeborenenslaap.

Pasgeborenen en jonge baby’s in de eerste 3-4 maanden brengen een groot deel van hun slaap in diepe slaap door. Daarom is het vaak lastig om ze wakker te maken. En daarom kunnen veel baby’s ook overal goed slapen. Jonge baby’s hebben wel lichtere slaapfasen, maar deze zijn lang niet zo uitgesproken als bij oudere kinderen en volwassenen.

Nu, met de groeiende rijpheid van zijn hersenen, begint het slaappatroon van je baby steeds meer op dat van een volwassene te lijken.

En daarmee zitten we midden in de 4-maanden-slaapregressie!

Een mijlpaal

Net als wij begint je baby nu tijdens het slapen af te wisselen tussen lichte en diepe slaapfasen, die samen een slaapcyclus vormen.

Een volledige slaapcyclus duurt op deze leeftijd ongeveer 45 minuten.

Tussen de verschillende slaapcycli, dus elke 40-45 minuten, doorloopt je baby (net als kinderen en volwassenen) korte “waakmomenten”, waarin hij bijna wakker wordt en onbewust controleert of alles nog in orde is.

Als volwassenen kennen we dit: we schikken misschien ons kussen, trekken de deken recht en checken in onze halfslaap of alles goed is – en slapen dan rustig verder. Je baby doet vanaf nu precies hetzelfde. Alleen is dat laatste stukje – namelijk weer verder slapen – ineens een stuk lastiger!

Meestal is deze slaapregressie rond 4 maanden (tussen 3 en 5 maanden is ook normaal) voor het hele gezin duidelijk merkbaar. En helaas is het vaak een intensieve en vermoeiende periode.

Toch zijn deze veranderingen en eventuele slaapproblemen eigenlijk een teken dat je baby een enorme mijlpaal in zijn ontwikkeling heeft bereikt – vergelijkbaar met het leren kruipen, lopen of praten!

Vanuit dat perspectief is deze verandering in het slaappatroon juist een geweldig signaal dat je baby zich helemaal normaal en gezond ontwikkelt.

Effect op gedrag en slaap

Als je baby momenteel midden in de 4-maanden-slaapregressie zit, weet je waarschijnlijk precies waarom deze uitdagende fase een „slaapregressie“ wordt genoemd. Eigenlijk zou het beter een „progressie“ kunnen heten, want het is een teken van een belangrijke ontwikkeling in de groei van je baby. Maar eerlijk is eerlijk: het voelt gewoon als een enorme terugval in het slaappatroon van je baby. En zo is de term slaapregressie ingeburgerd geraakt.

Veel kleine slaapkampioenen veranderen nu (hopelijk tijdelijk!) in echte nachtraven.

Wat je moet weten over de 4-maanden-slaapregressie

  • De slaapregressie begint meestal rond 3,5 tot 4 maanden (maar tussen 3 en 5 maanden komt ook voor).
  • Je baby doorloopt vanaf nu verschillende slaapcycli met lichte en diepe slaap (vergelijkbaar met volwassenen).
  • De verandering in het slaappatroon is blijvend.
  • De slaapregressie duurt meestal 2-6 weken. Duurt het langer, dan kunnen er langdurigere slaapproblemen ontstaan. (Vuistregel: uiterlijk rond 5,5-6 maanden zou de slaap weer normaal moeten zijn.)
  • Sommige baby’s vinden na een paar weken vanzelf hun goede slaapgewoonten terug.
  • Andere baby’s hebben meer moeite om weer langere slaapblokken ’s nachts en langere dutjes overdag te maken. Ze kunnen weken, maanden of zelfs jaren onrustig blijven slapen, vaak wakker worden en overdag steeds kortere dutjes doen (of ze zelfs volledig weigeren).
Sarah’s aantekeningen
Over dat laatste punt gesproken: vier van mijn vijf kinderen vielen duidelijk in deze categorie. Ik kan dus uit eigen ervaring zeggen: de 4-maanden-slaapverandering hakt er echt in. Bij ons sloeg het meerdere keren keihard toe, zelfs bij mijn baby’s die als pasgeborenen soms 5 tot 8 uur achter elkaar sliepen! Rond 3 maanden werd het al pittig en met 4 maanden was het compleet gedaan met de goede nachten.

Hoe beïnvloedt de 4-maanden-slaapregressie de slaap?

  • Veel baby’s worden nu vaker wakker in de nacht.
  • Je baby slaat dutjes over of maakt ze veel korter.
  • In slaap vallen en kalmeren wordt ineens moeilijker.
  • Veranderingen in eetgedrag: je baby drinkt meer dan normaal. Hij heeft extra calorieën nodig om zijn groeispurt door te komen.
  • Meer huilen en onrust: je baby is moeilijker te troosten en snel geïrriteerd. Logisch, want alle veranderingen en het slaaptekort vallen hem zwaar.
  • Aanhankelijkheid: je baby zoekt extra veel contact met mama en papa, wil veel knuffelen en gedragen worden.

Baby 4 maanden slaap

  • Aan het begin van de nacht glijdt je baby relatief snel in de diepe slaap, maar wordt na 45-50 minuten deels wakker.
  • Als hij deze eerste slaapcyclus heeft doorstaan, verlopen de volgende uren meestal in diepe slaap en zijn dit vaak de rustigste uren van de nacht.
  • Daarna wisselen lichte en diepe slaapfasen elkaar af, waardoor je baby vaker tussen de slaapcycli door wakker kan worden.
  • Tussen 4:00 en 6:00 uur in de ochtend is de lichtste slaapfase van de nacht. Juist op dit tijdstip hebben veel baby’s moeite om (weer) in slaap te komen.
  • In de vroege ochtend, kort voor het ontwaken, glijdt je kleintje meestal nog één keer voor een half uur tot een uur in de diepe slaap.

Wat is verder nog belangrijk?

Slaapbehoefte baby 4 maanden (slaapbehoefte baby 5 maanden)

Baby’s slapen op 4 maanden ongeveer 14 tot 15 uur per dag in totaal. Daarvan valt ongeveer 10-12 uur onder de nachtslaap. Overdag slapen ze in deze leeftijdsfase meestal 3 tot 5 uur, verdeeld over 3-4 dutjes.

Dagindeling baby 4 maanden (dagindeling baby 5 maanden)

De vierde maand staat bekend als de gevreesde ‘kort dutjes’-maand, waarin baby’s meestal maar één langer dutje doen (de rest duurt vaak slechts 30-45 minuten). Dit is volkomen normaal! Rond de 6 maanden raken de meeste baby’s gewend aan drie dutjes, waardoor de dagen weer voorspelbaarder en beter te plannen worden.

Vanaf drie dutjes wordt het eenvoudiger en vaak prettig voor iedereen om een vast, maar flexibel dagritme aan te houden.

Het is daarbij erg belangrijk om de wakkertijden relatief kort te houden. 1,5 tot 2,5 uur is een geschikte richtlijn.

Een typische dagindeling van een 4 maanden oude baby met 4 dutjes kan er zo uitzien:

7:00 uur Opstaan, voeden, verschonen

9:00 uur Ochtenddutje

12:30 uur Kort dutje

15:00 uur Kort dutje

17:30 uur Kort dutje

20:00 uur Naar bed

Overlevingstips voor vermoeide ouders

Algemene overlevingsstrategieën

1. Heel veel knuffelen

Accepteer dat je baby je nu extra hard nodig heeft, ook overdag. Bijna geen enkele ontwikkelingsfase is zo intensief en veelzijdig als deze! Draag hem in een draagzak, ga samen naar buiten, knuffel zo veel mogelijk. In ieder geval deze extra aanhankelijkheid en huilerigheid gaat binnen 2-6 weken weer over.

2. Nieuwe hulpmiddelen proberen

Ontdek wat je baby nu kan helpen om zoveel mogelijk slaap te krijgen en oververmoeidheid of overprikkeling te voorkomen. Dit kan van dag tot dag verschillen.

Hier zijn enkele ideeën:

  • Inbakeren kan je baby helpen om makkelijker in slaap te vallen (als dit voor jullie werkt, probeer het dan meerdere dagen achter elkaar, zolang je baby zich nog niet kan omrollen).
  • Denk na over het gebruik van een fopspeen.
  • Maak een extra wandeling om zo misschien een extra dutje uit te lokken.
  • Gebruik een elektrische schommel. Zet je baby erin voordat hij te huilerig wordt. Soms levert dit een extra dutje op (om veiligheidsredenen moet je je baby altijd in de gaten houden en goed vastgespen; theoretisch mogen dutjes in de schommel niet te lang duren – maar soms doe je wat nodig is om te overleven!).

Wat je ook probeert: blijf een paar dagen consequent, zelfs als je baby in het begin protesteert. Dat is tijdens de slaapregressie normaal. Pas na meerdere dagen kun je echt beoordelen of een methode effectief is. 😉

Sarah’s aantekeningen
Inbakeren was eigenlijk het enige wat al mijn kinderen als rustgevend ervoeren en wat een positief effect had op hun slaap! Het was voor hen een duidelijk signaal: ik kan ontspannen, het is slaaptijd. Ook als een baby in het begin protesteert, is het de moeite waard om door te zetten. Vrijwel alle slaapexperts en babyslaapcoaches zweren erbij!
Een elektrische schommel kan echt een redder in nood zijn. Eén van mijn baby’s was 24/7 aan mij geplakt. Wat een bevrijding was het om eindelijk weer eens 30 minuten mijn handen vrij te hebben! 😉 De schommel heeft ons jarenlang goed van dienst geweest. Sommige van mijn kinderen vonden het geweldig, anderen vonden het maar niks. Mijn vijfde baby zat er uiteindelijk regelmatig in en vond het zelfs zonder muziek en beweging heerlijk.

3. Voeden, voeden, voeden

Je baby maakt enorme sprongen in zijn ontwikkeling. Tegelijkertijd groeit hij misschien net een kledingmaat. Hij heeft dus veel calorieën nodig. Zorg ervoor dat hij overdag én ’s nachts regelmatig gevoed wordt.

Je doet alles goed als je op dit moment gewoon volledig ingaat op de behoeften van je kleintje. Tijdens groeispurten willen veel baby’s bijna non-stop drinken, vooral in de namiddag en avond. Geef eraan toe, maak er het beste van (een goed boek, een kop thee en lekker op de bank?) en geniet van de nabijheid van je baby. Hij groeit zo ontzettend snel en voor je het weet mis je deze tijd misschien zelfs (gek, maar waar)… En onthoud: deze fase gaat weer voorbij. 😉

Sarah’s aantekeningen
Ook al zeggen sommige boeken dat een voedingsinterval van 3 uur vanaf 3-4 maanden prima is, heeft je baby tijdens een groeispurt hoogstwaarschijnlijk vaker voeding nodig. Mijn volledig borstgevoede baby’s dronken meestal om de twee uur. Drie van hen spuugden ook veel. Dan is het niet handig om de voedingen verder uit elkaar te trekken. Theoretisch zou dat kunnen betekenen dat ze grotere porties drinken, maar bij ons eindigde dat in een spuugfontein. Geen succes. Zoek uit wat voor jullie het beste werkt.

Andere baby’s gaan vanzelf over op een 3-uursritme. Dat is dan ook prima. Vertrouw op je eigen gevoel en op je unieke baby en wees flexibel tijdens groeispurten en ontwikkelingsfases!

Belangrijk: Al deze hulpmiddelen helpen om de slaapregressie door te komen. Maar ze zouden niet blijvend ingezet moeten worden als dé manier om in slaap te vallen. Anders sta je over een paar maanden (of later) voor de uitdaging om die gewoonten weer af te leren – bijvoorbeeld omdat ze niet meer werken of omdat de nachten onrustig blijven. Op dat punt kan mijn gratis e-mailcursus je enorm helpen.

4. Hulp van anderen accepteren

Schroom niet om vrienden of familie om hulp te vragen. De meeste mensen helpen je graag.

Zeg zo vriendelijk en duidelijk mogelijk wat je echt nodig hebt. Is het even de keuken opruimen of een stofzuigbeurt door het huis? Of je baby meenemen voor een lange wandeling zodat jij een dutje kunt doen? In alle culturen ter wereld was (en is) het normaal om de babyperiode niet alleen door te maken. Accepteer hulp en besef dat mensen zich gewaardeerd voelen als ze iets voor je kunnen betekenen.

5. Bewonder de ontwikkeling van je baby

Ja, deze fase is zwaar, maar vergeet niet om goed naar je baby te kijken en samen met hem blij te zijn over elke kleine mijlpaal! Hij levert echt topprestaties: misschien draait hij zich voor het eerst om? Misschien probeert hij zich al wat op te richten? Misschien kijkt hij je al veel alerter en levendiger aan en brabbelt hij meer? Of heeft hij ontdekt hoe hij zelf zijn sokken uit kan trekken? – Ongelofelijk hoe snel je kleintje zich ontwikkelt, toch?

Moe? Uitgeput? Radeloos?

MELD JE NU AAN VOOR DE GRATIS BABYSLAAPCURSUS!

Feedback van Sophie:

Je hoort en leest veel over slaaptraining en tips om baby's te laten inslapen en doorslapen. Maar in deze cursus ontvang je elke dag een e-mail met concrete, haalbare stappen in de juiste richting. Toch blijft alles volledig aanpasbaar aan jouw baby en gezinssituatie. Voor ons heeft het enorm geholpen! We slapen eindelijk meerdere uren achter elkaar, en het inslapen overdag duurt maximaal 5 minuten – ‘s avonds hooguit 30 minutenDankjewel voor deze cursus!

Overlevingsstrategieën voor baby’s slaap

1. Beproefde inslaaproutines gebruiken

Het lichaam en de hersenen van je baby hebben enorm veel te verwerken. Daarom raad ik je aan (vanuit mijn ervaring als babyslaapcoach): blijf doen wat werkt. Als je kleintje tot nu toe alleen in slaap viel door borstvoeding/flesvoeding, dragen of in de autostoel, blijf dat dan doen of ga er tijdelijk naar terug, zodat hij zo veel mogelijk slaap krijgt.

Ja, dit zijn slaapgewoonten die op lange termijn het doorslapen kunnen beïnvloeden, maar op dit moment is het belangrijkste dat jullie deze fase goed doorkomen. Vergeet niet: het is maar een fase en misschien hoor jij straks bij de gelukkigen bij wie de slaap na een paar weken vanzelf weer verbetert.

Je doel voor nu is: slaap stimuleren, op welke manier dan ook. Slapen is helend en geeft het lichaam rust en nieuwe energie. Dat heeft je baby op dit moment keihard nodig om zijn ontwikkelings- en groeispurt door te komen. Daarna kun je altijd nog werken aan betere slaapgewoonten.

2. Een “dream feed” introduceren

Deze strategie kan echt een uitkomst zijn. Een “dream feed” betekent dat je je slapende baby voedt voordat jij zelf naar bed gaat (meestal tussen 22:00 en 23:00 uur, ongeveer 3 uur na zijn bedtijd). In het beste geval krijgen jullie daarna allebei een paar uur ononderbroken slaap.

Veel baby’s hebben tot ongeveer 9 maanden (sommigen zelfs tot 12 maanden) nog een nachtvoeding nodig. Een dream feed kan een geweldige oplossing zijn. Van daaruit kun je op de lange termijn de overige nachtvoedingen geleidelijk afbouwen en uiteindelijk doorslapen – zelfs als je rond jouw eigen bedtijd nog een voeding aanbiedt.

(Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het meestal tot twee weken duurde voordat de avonden tot aan de dream feed rustiger verliepen en mijn kleintjes gewend waren aan dit vaste moment.)

3. Let goed op vermoeidheidssignalen

Bedenk dat je baby, door alle mentale en fysieke ontwikkelingen, eigenlijk een extra portie slaap nodig heeft. Slaap is herstellend en helend!

Een baby van 4 maanden kan meestal niet langer dan 1,5-2 uur “vrolijk” wakker blijven (in de ochtend korter, in de avond langer, maar nooit te lang). Als je dit “waakvenster” overschrijdt, zal je baby dat laten merken door huilen, hangerigheid of zelfs een complete ‘instorting’.

Het is dus belangrijk dat je goed let op de vermoeidheidssignalen van je baby en snel reageert. Dit kunnen zijn: ogen of oren wrijven, gapen, hangerig gedrag, minder interesse tonen, wegkijken, extra zuigbehoefte of ineens huilen zonder duidelijke reden. Houd daarnaast de klok een beetje in de gaten om gevoel te krijgen voor het waakvenster van je baby. En dan: hup, tijd om te slapen (waar dat voor jullie ook is)!

Help je baby om niet oververmoeid te raken en zo veel mogelijk slaap te krijgen. Oververmoeidheid is je grootste vijand: je baby valt dan moeilijker in slaap, wordt sneller weer wakker en als hij ‘s nachts te laat naar bed gaat, kan hij zelfs vaker wakker worden.

4. Een vaste dagindeling met vroege bedtijd invoeren of behouden

Als je baby al een enigszins vaste dagindeling had met een consistent aantal dutjes (meestal 3-4, soms nog 5), probeer deze routine dan zo veel mogelijk vast te houden.

Ook als je zelf van flexibiliteit houdt, baby’s en kinderen gedijen het best bij voorspelbaarheid en vaste rituelen. Ze houden ervan. Het geeft hen zekerheid en rust – en hun lichaam een gezond ritme en houvast voor de biologische klok. Zelfs als alles nu op zijn kop staat, helpt het enorm om een vaste opstaantijd aan te houden (maximaal 15-30 minuten speling bij een slechte nacht is prima). Vervolgens kun je het eerste dutje steeds rond hetzelfde tijdstip plannen (ongeveer 1,5-2 uur na het wakker worden). Ook de bedtijd in de avond moet zo consistent mogelijk blijven.

Tip: Een vroegere bedtijd kan helpen tegen avondlijke onrust en oververmoeidheid. Een bedtijd van 19:00 of 19:30 uur is prima! Maar uiterlijk 21:00 uur.

Sommige baby’s krijgen pas met 5-6 maanden (soms zelfs pas met 7 maanden) een enigszins voorspelbare dagstructuur. De beste aanpak is om je baby goed te observeren en te kijken naar zijn natuurlijke ritme. Met behulp van de slaapbehoefte-tabel kun je een dagritme opstellen en hier op een zachte manier naartoe werken. (Een uitgebreide tabel en extra tips vind je in de e-mailcursus.)

Toch zou ik met 4 maanden – en zeker tijdens deze slaapregressie – niets forceren. Vanaf 5-6 maanden kun je je baby meestal veel makkelijker en relaxter aan een routine laten wennen.

Veel ouders en baby’s vinden na een korte gewenningsperiode een vaste dagstructuur juist heel fijn en bevrijdend. Langzaam zal je dag zich steeds beter indelen en rijpt de biologische klok van je baby. Baby’s houden van voorspelbaarheid en het gevoel te weten wat er komt. Het voordeel? Je baby weet wanneer hij moe moet zijn en valt daardoor sneller in slaap en slaapt over het algemeen rustiger. Jij weet op jouw beurt beter of je baby huilt omdat hij honger heeft of omdat hij alweer moe is…

(Tip: Vergeet niet om tijdens de 4-maanden-slaapregressie voldoende borstvoeding of flesvoeding aan te bieden en op hongersignalen te reageren. Zo’n groeispurt en ontwikkelingsexplosie vragen veel extra energie!)

5. Vaste bedtijdroutines

Een van de belangrijkste manieren om je baby te helpen goede slaapgewoonten te ontwikkelen en op de lange termijn makkelijker in slaap te vallen en door te slapen, is een vaste en voorspelbare avondroutine.

Je kunt kiezen uit verschillende onderdelen, afhankelijk van jullie voorkeuren. Het belangrijkste is dat het rustgevende en steeds terugkerende activiteiten zijn. Bijvoorbeeld:

  • Badje/babymassage/babyboek/een knuffeltje dat de baby “aait”,
  • Pyjama aantrekken/inbakeren/slaapzak aan,
  • Voeden,
  • Op schoot een slaapliedje zingen
  • en dan in bedje leggen.

Onderzoek toont aan dat een vaste avondroutine een enorme invloed heeft op het slaappatroon van baby’s – en zelfs op de stemming van moeders. Begin op tijd in de avond, zodat je baby nog niet oververmoeid is. Je zult merken dat deze rituelen het fijnste moment van de dag kunnen worden. Ook papa kan een deel van de routine op zich nemen.

Als jullie nog geen vaste routine hebben, is dit hét moment om ermee te beginnen. De routine moet rustgevend en ontspannen zijn en uit ongeveer drie tot vier vaste elementen bestaan. Belangrijk is dat alles in dezelfde volgorde gebeurt en dat het kalmerende activiteiten zijn.

(Nog meer suggesties en tips vind je in mijn gratis e-mailcursus.)

6. “Slaperig maar wakker” neerleggen

Als je baby de 4-maanden-slaapregressie grotendeels heeft doorstaan en minder onrustig en aanhankelijk is (al kunnen de nachten en dutjes nog steeds chaotisch zijn), is dit een goed moment om hem stap voor stap te leren zelfstandig in slaap te vallen.

De sleutel is om je kleintje “slaperig maar wakker” neer te leggen.

Dit is trouwens ook een goed moment om na te denken over de vaste slaapplaats van je baby en hem daar geleidelijk aan te laten wennen.

Laat je niet ontmoedigen als het niet meteen lukt en veel geduld vraagt. Toch leg je hiermee een belangrijke basis, want de sleutel tot beter slapen is: “Wie zelf in slaap kan vallen, kan ook beter doorslapen.”

Dus: blijf rustig oefenen, want oefening baart kunst. Maar forceer nog niets: veel baby’s zijn pas rond de zes maanden echt klaar om zelfstandig in slaap te leren vallen. Als je gefrustreerd raakt of twijfelt of het wel zin heeft, neem dan even een pauze en probeer het na een paar dagen of weken opnieuw. Hoe dan ook, het is voor de toekomst van jullie slaapritme heel nuttig als je baby af en toe al zonder al te veel hulp in slaap valt – of dat nu in zijn eigen bedje is of in het familiebed.

Een woord over slaapcoaching op deze leeftijd

Een baby van 4 maanden is nog te jong om altijd zelfstandig in slaap te vallen of dat te moeten kunnen. Uit onderzoek blijkt bovendien dat sommige baby’s pas rond zes maanden de vaardigheid ontwikkelen om zichzelf te kalmeren en weer in slaap te vallen. Dit zijn complexe hersenprocessen!

Omdat er blijkbaar geen studies zijn over slaapcoaching bij baby’s jonger dan zes maanden, adviseer ik voor deze leeftijd – als überhaupt – alleen hele milde methodes en pleit ik voor “oefenen” in plaats van “forceren”!

Overigens zijn er babyslaapcoaches die, op basis van hun eigen ervaringen en successen, slaaptraining ook bij jongere baby’s aanraden. Er zijn situaties waarin dit inderdaad zinvol kan zijn. Elke familie heeft haar eigen grenzen en als een moeder zich totaal uitgeput of zelfs depressief voelt, heeft niemand daar iets aan! Ik denk dat wij moeders elkaar niet moeten veroordelen, maar juist moeten steunen. 😉

Er bestaan hele zachte methodes die ik op jongere leeftijd volledig verantwoord vind en zelf bij mijn eigen baby’s heb toegepast. Welke dat zijn, leer je in mijn gratis e-mailcursus!

Blijf realistisch

Ook al slapen sommige baby’s op deze leeftijd al volledig door, hebben veel baby’s van vijf maanden nog 1-3 nachtvoedingen nodig (overleg met je kinderarts wat passend is voor jouw baby). De ideale bedtijd ligt tussen 19:00 en 20:30 uur.

Een vast ochtenddutje begint zich steeds meer te vormen. De eerste waaktijd van de dag is meestal de kortste.

Korte dutjes (30-45 minuten) zijn bij veel baby’s tot ongeveer 6 maanden nog volkomen normaal. De meeste baby’s kunnen op vier maanden (vooral ‘s ochtends en na een kort dutje) slechts 1,5-2 uur vrolijk wakker blijven. Op vijf maanden ongeveer 2,5 uur. Daarna slaat de oververmoeidheid toe – en die wil je echt vermijden. 😉

Geen paniek!

Ja, deze fase is vermoeiend, voor jullie en voor je baby. Maar vergeet niet dat deze slaapverandering eigenlijk een geweldige mijlpaal is in het leven van je kleintje. Hij groeit en verandert, zowel van binnen als van buiten, en ontwikkelt zich helemaal volgens zijn leeftijd. Hoe bijzonder! Geen wonder dat je baby extra huilerig en aanhankelijk is. Ontwikkelingssprongen brengen grote veranderingen met zich mee. Je baby leert nieuwe dingen en moet veel verwerken. Geniet samen van de vooruitgang en nieuwe vaardigheden.

Onthoud: slaapregressies zijn slechts fases, en jullie komen hier doorheen. Waarschijnlijk slaapt je baby binnenkort weer beter. Misschien is deze hele periode binnen een paar dagen of weken al voorbij en slaapt je kleintje weer heerlijk.

In tegenstelling tot andere slaapregressies die nog gaan komen, is deze verandering rond de 4-maanden-grens blijvend.

Als je baby over een paar weken nog steeds extreem onrustig slaapt en uit balans lijkt, kan het zinvol zijn om hem door je kinderarts te laten checken om medische oorzaken uit te sluiten. Is alles in orde, dan kun je overwegen om met een zo mild mogelijke aanpak zijn slaapgewoonten te verbeteren.

*** Voor een liefdevolle aanpak naar betere slaap – en daarmee meer levenskwaliteit voor iedereen 😉 – raad ik je aan om mijn gratis e-mailcursus te volgen. ***

Ik wens je een zo rustig en vredig mogelijke weg door de 4-maanden-slaapregressie en heel veel mooie momenten met je kleine wonder!

Droomzachte nachten en alle liefs,

Jouw Sarah