Vanaf wanneer en hoe kan je baby zelfstandig in slaap vallen?
![]() |
Sarah Mann Gecertificeerd babyslaapconsulente en moeder van zeven ![]() |
Ben je uitgeput, huilt je baby en lijkt het inslapen een onmogelijke opgave?
Misschien voelt het idee dat je baby zelfstandig kan slapen op dit moment heel ver weg. En geloof me, ik weet maar al te goed hoe dat voelt. Eindeloos wiegen, vaak voeden, lange tijd rondlopen – al deze dingen kunnen je slaap compleet uitputten.
Maar er is hoop! Als ervaren moeder van zeven kinderen en babyslaapcoach heb ik me intensief verdiept in dit onderwerp. In dit artikel deel ik mijn bewezen tips en strategieën die je baby kunnen helpen om zelfstandig in slaap te vallen. Maak bedtijd weer ontspannen en help je baby de rust te vinden die hij nodig heeft.
Waarom zou mijn baby/kind zelfstandig moeten leren slapen?
Eerlijk gezegd: Als jullie slaapritme goed werkt en iedereen genoeg rust krijgt, is er geen enkele reden om iets te veranderen – ongeacht wat anderen zeggen!
Uit mijn ervaring zijn er echter verschillende situaties waarin het verstandig kan zijn om je baby of kind te leren zelfstandig in slaap te vallen:
1. Avondlijke strijd stoppen en zorgen voor rust in huis
Het inslapen verloopt, zoals hierboven beschreven, erg moeizaam en vergt veel inspanning of lange aanwezigheid van de ouders. Vaak lijdt de relatie tussen ouders eronder (weinig tijd voor elkaar en geen vrije avonden) en krijgen eventuele broertjes of zusjes te weinig aandacht. Voor de rust in huis, de gezondheid van het gezin en ontspannen avonden kan het dus zinvol zijn om de slaapproblemen aan te pakken.
2. Onrustige nachten doorbreken
Sommige kinderen vallen vrij makkelijk in slaap door bijvoorbeeld borstvoeding of dragen. Maar moeders hebben er vaak veel last van dat hun baby’s/kinderen ’s nachts om de 1-2 uur wakker worden en niet zelfstandig verder slapen. En dan begint alles weer van voren af aan.
Dit zorgt voor chronisch slaaptekort en kan een enorme belasting zijn, soms zelfs leiden tot depressieve gevoelens bij moeders. Begrijpelijkerwijs willen ouders in deze situaties de inslaap- en doorslaapgewoonten van hun baby veranderen, omdat deze vaak nauw met elkaar samenhangen.
3. De zelfstandigheid van je kind bevorderen
Misschien is je kind inmiddels al wat ouder en wil je graag dat hij eindelijk zonder hulp in slaap valt. De wens naar meer zelfstandigheid hangt vaak samen met een aanstaande wenperiode op de kinderopvang, de terugkeer van de moeder naar het werk, de behoefte aan vrije avonden of de mogelijkheid dat het kind bij opa en oma kan logeren. Allemaal goede redenen om zelfstandig slapen in een vertrouwde omgeving te oefenen.
4. Vroegtijdig gezonde slaapgewoonten aanleren
Sommige moeders willen (bijvoorbeeld door negatieve ervaringen met oudere broertjes of zusjes) al vroeg goede en ‘gezonde’ slaapgewoonten aanleren. Het doel is om vanaf het begin de juiste basis voor een goed slaappatroon te leggen en toekomstige slaapproblemen te voorkomen. Zelfstandig in slaap vallen staat hierbij meestal (en terecht) bovenaan de lijst.
Zelfstandig slapen biedt de volgende voordelen:
- Geen eindeloze strijd meer bij het inslapen
- Sneller inslapen en beter doorslapen
- Vrije avonden en meer tijd voor de relatie
- Rustigere nachten met minder onderbrekingen
- Zelfstandig en makkelijk inslapen in nieuwe of onbekende situaties (opvang, opa en oma, vakantie)
- Diepere/betere slaap, ook bij ziekte, sprongetjes, doorkomende tandjes, slaapregressies
- Voldoende slaapbehoefte wordt gemakkelijker vervuld
Voldoende slaap is cruciaal voor een gezond immuunsysteem (bij zowel moeder als kind), verbetert de concentratie en leerbereidheid en vermindert driftbuien, huilbuien en frustratie in de avond.
Al deze voordelen komen niet alleen jou, maar vooral je kind ten goede!
Als slaapcoach geef ik vaak dit antwoord op de vraag „Waarom zou mijn kind zelfstandig moeten leren slapen?“:
Zelfstandig in slaap vallen is dé sleutel tot betere nachtrust en meer herstel voor het hele gezin.
Daarom is de eerste stap in slaapcoaching altijd om het zelfstandig inslapen in de avond onder de knie te krijgen.
Ook kan zelfstandig inslapen tijdens de dutjes leiden tot langere en betere slaapjes overdag (de slaap overdag pak ik meestal pas later aan dan de nacht).
En daarmee komen we bij dé vraag: „Vanaf wanneer en hoe kan mijn baby/kind zelfstandig leren slapen?“
Vanaf wanneer kan mijn baby/peuter zelfstandig in slaap vallen?
Wanneer is het juiste moment om zelfstandig in slaap vallen aan te leren? Kort gezegd: er is geen ‘perfect’ moment. Elk kind is anders in wanneer het uit zichzelf leert om alleen in slaap te vallen. Dit hangt af van de persoonlijkheid, de rijping van de hersenen en de gewoonten van de ouders. Er zijn baby’s die al met 2 maanden zonder hulp in slaap vallen (een uitzondering, maar het komt voor) en kinderen van 5 jaar die nog steeds een intense inslaapbegeleiding nodig hebben.
Uit onderzoek blijkt dat baby’s die vanaf jonge leeftijd oefenen met zelfstandig in slaap vallen (zonder gedwongen training, maar door regelmatig in bed gelegd te worden), vanaf 2-3 maanden al flinke vooruitgang kunnen boeken. Veel slaapcoaches adviseren om vanaf 8 weken zachtjes in deze richting te werken. Dit helpt ook als alternatief voor inslapen door te drinken of sabbelen, want als dat de enige inslaaphulp wordt, kan het op latere leeftijd voor slaapproblemen zorgen.
In Engelstalige landen wordt slaapcoaching vaak aanbevolen tussen de 4 en 7 maanden (inclusief zelfstandig leren slapen). Op deze leeftijd zijn de slaapgewoonten nog niet volledig ingesleten en is er meestal minder protest dan op latere leeftijd.
Veel gentle sleep coaches wereldwijd schuiven de grens iets op naar 6 maanden. Dit is ook mijn persoonlijke visie, want 6-7 maanden is de ideale leeftijd voor slaapcoaching. Waarom? Onderzoek laat zien dat baby’s vanaf 5,5-6 maanden de cognitieve vaardigheden ontwikkelen om zichzelf te kalmeren – een belangrijke neurologische voorwaarde om zelfstandig in slaap te kunnen vallen. Tegelijkertijd zijn de inslaaproutines nog niet zo sterk ingesleten als bij oudere baby’s en peuters. Bovendien kunnen baby’s op deze leeftijd nog niet kruipen, opstaan of zich rechtop zetten, wat een slaapcoaching lastiger kan maken.
Voor baby’s jonger dan 6 maanden geldt: het is zeker aan te raden om al vroeg te oefenen met zelfstandig inslapen, bijvoorbeeld door je baby minstens één keer per dag in bed te laten inslapen terwijl hij op zijn rug ligt (de veiligste en enige aanbevolen slaappositie!).
Voor baby’s ouder dan 8 maanden geldt: natuurlijk is het ook zinvol om op oudere leeftijd met zelfstandig inslapen te beginnen, vooral in verband met de overgang naar de opvang. Daarnaast kunnen oudere baby’s beter begrijpen wat er van hen verwacht wordt. Afhankelijk van het kind, de ontwikkeling en het temperament kan de overgang met meer of minder protest gepaard gaan.
Er is dus geen gouden regel voor het perfecte moment. Het juiste moment is wanneer jullie als ouders zeggen: „Nu is het genoeg” en klaar zijn om de inslaaproutines consequent en liefdevol te veranderen.
Moe? Uitgeput? Radeloos?
MELD JE NU AAN VOOR DE GRATIS BABYSLAAPCURSUS!

Feedback van Sophie:
Je hoort en leest veel over slaaptraining en tips om baby's te laten inslapen en doorslapen. Maar in deze cursus ontvang je elke dag een e-mail met concrete, haalbare stappen in de juiste richting. Toch blijft alles volledig aanpasbaar aan jouw baby en gezinssituatie. Voor ons heeft het enorm geholpen! We slapen eindelijk meerdere uren achter elkaar, en het inslapen overdag duurt maximaal 5 minuten – ‘s avonds hooguit 30 minuten. Dankjewel voor deze cursus!
Hoe kan ik mijn baby/peuter helpen zelfstandig in slaap te vallen?
Zou het niet geweldig zijn als we als ouders een magische oplossing hadden voor dat moment waarop onze brabbelende, kirrende, jammerende of overduidelijk vermoeide baby niet vredig en snel in slaap valt?
Helaas bestaat zo’n tovermiddel niet. Maar er zijn wél dingen die je als ouder kunt doen om je kindje te helpen zelfstandig in slaap te leren vallen!
1. Een slaapdagboek bijhouden
Om patronen in het slaapgedrag van je baby te herkennen, is het zinvol om minimaal 4-7 dagen een slaapdagboek bij te houden. Noteer wanneer je kind slaapt, hoe lang het wakker is, hoe het inslaapt en wanneer het onrustig is. Soms ontdek je hierdoor al bepaalde patronen – bijvoorbeeld dat je baby na een te lange waaktijd oververmoeid is en daardoor langer huilt bij het inslapen of juist extra vroeg wakker wordt. (Meer hierover – inclusief een slaapdagboek-template – vind je in mijn babyslaapcursus.)
2. Een vaste en vroege bedtijd
Een vaste bedtijd is ontzettend belangrijk. Kies een gemiddelde tijd uit jullie huidige ritme en probeer – vanaf 4 maanden – idealiter een bedtijd tussen 19:00 en 20:00 uur aan te houden. Een vroege bedtijd kan veel slaapproblemen oplossen en kan zowel onrustige avonden als (gek genoeg) extreem vroeg wakker worden in de ochtend helpen verminderen!
3. Controleer de slaapomgeving
Natuurlijk moet het bedje en de slaapomgeving van je kindje in de eerste plaats veilig en prettig zijn. Dit betekent dat je baby altijd op de rug op een stevig matras moet slapen, zonder kussens, dekens, grote knuffels of dikke nestjes waarin hij weg zou kunnen zakken (en bij samen slapen in het familiebed moet er voldoende afstand zijn). Belangrijk is dat er geen spleten of openingen zijn (bijvoorbeeld tussen een ouderlijk bed en een co-sleeper of tussen het bed en de muur).
Een slaapzak is niet alleen veiliger, maar ook praktischer, omdat je zeker weet dat je baby ’s nachts warm blijft (en klimpogingen worden automatisch beperkt).
Daarnaast is het belangrijk dat de kamer zo donker mogelijk is. De eerste zonnestralen in de vroege ochtend, vooral in de zomer, kunnen voor onrustige slaap en vroeg wakker worden zorgen.
4. Slaapbehoefte en dagritme
Hoeveel slaapt je kind overdag en ’s nachts? Het is belangrijk om te weten wat je op basis van de leeftijd mag verwachten en hoeveel slaap je baby nodig heeft.
Voor gedetailleerde informatie hierover raad ik je mijn gratis e-mailcursus aan. Deze bevat aparte artikelen over dit onderwerp en ook over het volgende belangrijke punt: het slaapritueel!
5. Een vast slaapritueel invoeren
Een rustig en herkenbaar slaapritueel is een van de belangrijkste factoren om zelfstandig in slaap vallen makkelijker en zachter te laten verlopen. Als je baby elke avond een vast ritueel volgt en de gebeurtenissen in dezelfde volgorde plaatsvinden, zal zijn lichaam en brein zich automatisch op ‘slapen’ instellen. Dit zal enorm helpen op het moment dat je de belangrijkste inslaaphulp wilt afbouwen en je baby in zijn eigen bedje legt. Ook voor dutjes overdag kan een korte, vaste routine voor het slapen gaan nuttig zijn.
6. Huidige slaapgewoonten onder de loep nemen
Het klinkt vanzelfsprekend, maar het helpt om je bewust te worden van hoe je baby of peuter op dit moment in slaap valt: Is inslapen altijd met de borst of fles? Slaapt hij alleen in jullie bed? Hoe verloopt het inslapen ’s avonds, ’s nachts en overdag? Kent hij zijn eigen kamer en ledikant al?
Neem even de tijd om na te denken over de huidige situatie en het gewenste doel.
7. Geleidelijke overgangen creëren
Wat is jullie doel? Wil je dat je baby in zijn eigen bedje in zijn eigen kamer slaapt? Slaapt hij nu nog alleen bij jullie? Dan is het goed om vóór het eigenlijke slaapcoaching-proces geleidelijke overgangen te maken. Vaak is het nuttig om 2-3 nachten naast het ledikantje in de babykamer te slapen. Ook kun je het bedje vertrouwd maken door er overdag positieve ervaringen in te creëren (bijvoorbeeld kiekeboe spelen of je baby er eventjes in laten zitten en spelen – niet te wild, maar genoeg om het bedje als een fijne plek te laten ervaren).
Wat is het juiste moment om je baby in bed te leggen?
Je kunt je baby of kind enorm helpen bij het inslapen door hem op het juiste moment, passend bij zijn leeftijd, naar bed te brengen. Wanneer je baby moe, maar niet oververmoeid is, heb je de beste kans dat hij met zo min mogelijk onrust en huilen in slaap valt.
Er zijn twee belangrijke dingen die je hierbij kunnen helpen (en die je intuïtief met elkaar kunt combineren):
- Kijk naar de klok: Hoe lang mogen de waakperiodes zijn op basis van zijn leeftijd? Houd je aan de aanbevolen tijden en pas de lengte aan op het moment van de dag (korter in de ochtend, langer in de avond) en de duur van het laatste dutje (na een lang dutje kunnen kinderen logischerwijs langer wakker blijven). Noteer wanneer je baby wakker wordt, zodat je beter kunt inschatten wanneer het weer tijd is om te slapen.
- Let op vermoeidheidssignalen: Hoe groot is de individuele slaapbehoefte van je baby? Lijkt hij moe of juist hyperactief? (Dat laatste kan ook een teken van oververmoeidheid zijn!)
Zelfs jonge kinderen hebben al een ‘interne klok’ die hen, net als bij volwassenen, aangeeft wanneer ze moe, wakker of hongerig zijn. Je kunt je baby enorm helpen door slaapmomenten en waakperiodes aan te bieden die bij zijn leeftijd passen.
Als slaapcoach werk ik regelmatig met ouders van baby’s en peuters die ernstig oververmoeid zijn, omdat hun waakperiodes tussen de dutjes en vooral ’s avonds te lang zijn. Dit moet zoveel mogelijk voorkomen worden!
(Trouwens: Het probleem van ‘te veel slaap overdag’ waardoor een baby niet goed inslaapt of doorslaapt, komt extreem zelden voor! Baby’s en peuters hebben gewoon veel slaap nodig. De totale slaapduur zou bij baby’s tussen 3-8 maanden rond de 14-15 uur per dag moeten liggen, bij baby’s tussen 9-18 maanden rond de 13-14 uur en vanaf 18 maanden nog steeds 12-13 uur. De slaapbehoefte neemt dus maar langzaam af, ondanks wat veel ouders denken!)
Het resultaat van te lange waakperiodes is in de meeste gevallen oververmoeidheid en overprikkeling. Hoe vreemd het ook klinkt, het advies „laat je baby langer opblijven, dan slaapt hij beter” is bijna altijd averechts!
Oververmoeidheid: waarom het inslapen dan moeilijker wordt
Een hoog cortisolniveau (stresshormonen) door oververmoeidheid kan bij je kind leiden tot:
- Lange strijd en drama’s bij het inslapen
- Meer huilen, schreeuwen en driftbuien in de avond
- Wakker worden kort na het inslapen
- Vaak wakker worden in de nacht
- Veel te vroeg wakker worden in de ochtend
Conclusie: Wil je je kind helpen zelfstandig in slaap te vallen? Zorg er dan voor dat het overdag voldoende slaapt. Een ontspannen start van het avondritueel, zonder oververmoeidheid, is cruciaal!
Mogelijke vermoeidheidssignalen bij je baby/peuter
Zo herken je dat je baby of peuter moe is:
- In de ogen wrijven
- Langzamer bewegen
- Verminderde interesse in mensen en speelgoed (bijvoorbeeld niet meer teruglachen)
- Leeg voor zich uit staren
- Glazige ogen
- Duimzuigen (als je kind dat doet)
- Jengelen, onrustig bewegen
- Gapen
- Oortjes trekken
- Hoofd wegdraaien
- Meer behoefte aan zuigen (borst, fles, speen) zonder honger te hebben
- Zoeken naar een knuffeldoekje of lievelingsknuffel (bij oudere kinderen)
(Veel huilen, extreme onrust en hyperactiviteit zijn juist tekenen dat je baby al oververmoeid is. Probeer hem de volgende keer eerder naar bed te brengen!)
Het grote doel is om het juiste moment te vinden om je kleintje zonder veel protest in bed te leggen.
(Geen zorgen! Oefening baart kunst. Na een paar pogingen zul je steeds beter weten wanneer het juiste moment is. En als er toch protest is, betekent dat niet per se dat je te vroeg of te laat was. Het temperament en de persoonlijkheid van je kind spelen hierin ook een grote rol!)
Concreet: Hoe kan mijn baby/peuter zelfstandig leren slapen?
Met de volgende stappen kan je baby zelfstandig leren in slaap te vallen.
Een goede voorbereiding (zoals hierboven beschreven, vooral een herkenbaar slaapritueel) helpt je baby om het slapen makkelijker te leren. Je legt hem vervolgens slaperig maar wakker in bed. Dit betekent: je baby is ontspannen en slaperig, maar nog net wakker genoeg om te merken dat hij wordt neergelegd.
Het hoofddoel is dat je baby zelfstandig in zijn bedje in slaap valt. In het begin met jou erbij en met veel ondersteuning, en na verloop van tijd met steeds minder hulp en uiteindelijk zonder jouw aanwezigheid.
Zo zou het proces eruit kunnen zien:
1. Basisbehoeften checken
Zorg ervoor dat je baby een volle buik heeft, een schone luier draagt en dat de kamer verduisterd is.
2. Pyjama, inbakeren of slaapzak
Afhankelijk van de leeftijd bakeren jullie je baby in of trek je hem zijn slaapzak aan – net wat hij inmiddels als “slaaptijd-signaal” heeft geleerd.
3. Knuffelmoment en rondlopen
Hier kun je jullie persoonlijke bedtijdrituelen toepassen. Dit kan extra knuffeltijd zijn, een babymassage, samen 1-2 boekjes bekijken, enzovoort. Als afsluiting kan een korte wandeling door het huis helpen, bijvoorbeeld om alle knuffeldieren welterusten te zeggen, of gewoon even dragen om nabijheid te bieden en te checken of er geen boertje dwarszit.
4. Donkere kamer & slaapliedje
Je brengt je baby nu naar de donkere slaapkamer (of de kamer waar hij slaapt) en zingt daar een vast slaapliedje. Ondertussen wieg je hem nog een beetje of zit hij bij je op schoot. (Je kunt het slaapliedje natuurlijk ook laten afspelen. Rustige muziek kan ook helpen. Het belangrijkste is de herkenbaarheid, zodat het brein van je baby het signaal ‘slaaptijd’ krijgt. Blijf dit dus meerdere dagen herhalen.)
5. Je baby “slaperig maar wakker” neerleggen
Als je baby of peuter nu echt moe is en misschien al even zijn ogen heeft gesloten, leg je hem voorzichtig op zijn slaapplaats en help je hem daar verder in slaap.
Misschien wieg je nog even het bedje of leg je je hand even op hem om hem gerust te stellen.
Doel: Na een paar dagen probeer je je baby steeds iets waker neer te leggen, zodat hij steeds zelfstandiger en met steeds minder hulp in slaap kan vallen. Maar dit hoeft in het begin nog niet meteen perfect te gaan!
6. In bed leren inslapen
Zelfstandig in bed inslapen – dat is het ultieme doel om blijvend zelfstandig slapen en doorslapen in de nacht aan te leren.
Zoals altijd geldt: elke baby is anders, en je zult wat moeten uitproberen. Ontdek wat jouw baby helpt om de overgang van je armen naar het bedje en daarna naar de slaap makkelijker te maken. Heeft hij tussentijdse stappen nodig, zoals liggend in je armen in slaap vallen? Laat je je arm nog even onder hem liggen als je hem neerlegt? Helpt het om het bedje zachtjes te wiegen of hem rustig te kloppen? Haal je hem er kort uit als hij huilt, of denk je dat het beter is om meteen bij de eerste poging door te zetten?
Sommige ouders herhalen het proces van slaperig maken en neerleggen keer op keer en proberen huilen volledig te vermijden. Dit is tijdrovend, maar na een paar dagen snappen baby’s meestal wat er van hen verwacht wordt. Het hoofddoel blijft altijd hetzelfde: het belangrijkste is dat je baby uiteindelijk in bed in slaap valt.
Andere ouders halen hun baby bij protest niet meer uit bed, maar troosten hem in bed. Ze blijven consequent bij deze methode, zelfs als het in het begin een uur duurt – en zien dan vaak sneller succes, soms al binnen 1-2 weken.
Hoe kan ik mijn baby kalmeren?
Als je baby na het neerleggen onrustig wordt of jengelt, is dat volkomen normaal (en ja, dit is voor ons ouders vaak het moeilijkste moment!). Als je baby meteen stil blijft, heb je hem waarschijnlijk te slaperig neergelegd, waardoor hij waarschijnlijk niets leert over zelfstandig inslapen.
Wat kun je doen? Een magische oplossing is er niet, en ‘perfect’ bestaat meestal ook niet. Je moet een methode vinden die bij jullie past en kijken wat jouw baby het meeste helpt. Je kunt naast hem blijven staan, zachtjes met hem praten, “sshh”-geluiden maken, zijn bedje wiegen of hem rustig strelen of zachtjes op zijn rug of buikje kloppen (sommige pasgeborenen vinden een zacht ritmisch klopje prettig, omdat het hen aan een hartslag herinnert).
Wat je ook doet om te troosten, doe het met korte pauzes (die je steeds iets langer maakt). Te vaak wisselen tussen verschillende manieren helpt meestal niet. Blijf daarom enkele minuten bij 1-2 methodes. Geef je baby de tijd om te wennen en zichzelf te oriënteren, zonder een nieuwe slaapgewoonte aan te leren (vandaar de pauzes tussen het strelen of wiegen, zodat je baby uiteindelijk zonder fysiek contact leert inslapen).
Geef in het begin zoveel steun als nodig en bouw deze langzaam af. Het moet een hulpmiddel zijn, maar geen nieuwe slaapgewoonte. Anders zal je baby straks precies dát van je verwachten. (En voor je het weet sta je een uur naast het bedje om hem in slaap te strelen – precies wat je wilde voorkomen!)
Met of zonder fysiek contact?
Wat je baby kalmeert of juist onrustig maakt, verschilt per kind. Je zult moeten ontdekken en uitproberen wat jouw baby nodig heeft.
Sommige baby’s worden juist rustiger als je ze niet aanraakt. Ik heb dit zowel bij een van mijn eigen baby’s als bij ouders in mijn slaapcoaching meegemaakt. Dit heeft veel te maken met het temperament van je kind!
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn er echt baby’s die overprikkeld raken door te veel aanraking, dragen en troosten – hoe goedbedoeld ook. Sommige baby’s huilen zichzelf zelfs zachtjes in slaap, maar dat duurt maar een paar minuten. Als ze echter op de arm worden gehouden, huilen ze juist veel langer. Het lijkt alsof ze blij zijn dat ze hun spanning of overprikkeling zelfstandig kunnen loslaten en in hun eigen bedje tot rust kunnen komen.
Andere baby’s willen daarentegen absoluut niet inslapen zonder vastgehouden te worden of aan de borst of fles te liggen. Als je baby ouder is dan zes maanden, zijn de inslaaproutines vaak al ingesleten. Het helpt dan enorm om een duidelijk plan te maken over hoe je het aan wilt pakken. Naast de hierboven beschreven methode zijn er verschillende slaapcoaching-technieken, die ik uitgebreid uitleg in mijn gratis e-mailcursus (eenvoudige, stapsgewijze methodes om zelfstandig door te leren slapen).
Wij respecteren je privacy. Afmelden kan altijd. AVG-conform.
Belangrijke nuance: Jengelen, huilen of krijsen?
Zelfstandig leren slapen is voor elk kind anders en gaat soms gepaard met flink wat protest. Als gentle sleep coach wil ik benadrukken dat het allerbelangrijkste bij een hechtingsgerichte aanpak is dat je bij je baby blijft. Je begeleidt hem liefdevol en aandachtig, ook al bepaal jij nu meer de slaapomstandigheden en kan je kind frustratie ervaren door de veranderingen.
Het is hierbij belangrijk om verschillende vormen van protest te onderscheiden.
Uit ervaring weet ik dat het helpt om onderscheid te maken tussen „jengelen“ (mopperen, ontevredenheid uiten, vaak met pauzes), „huilen“ (klagend huilen, protesteren) en „krijsen“ (hard, paniekerig huilen, schril en met snikken naar adem happen).
„Jengelen“ of „hardop vertellen“ kan een positief teken zijn. Je baby probeert zichzelf in slaap te krijgen, maar weet nog niet helemaal hoe. In dit geval is het goed om hem even de ruimte te geven en het zelf te laten proberen. Hetzelfde geldt als het huilen met pauzes verloopt…
Voel goed bij jezelf aan wat je passend vindt, afhankelijk van de leeftijd, situatie en je eigen intuïtie.
Lukt het deze keer niet? Probeer het dan later nog een keer of morgen opnieuw. Geen stress! Bij oudere baby’s (vooral vanaf 8-9 maanden) helpt het om consequent te blijven. Ze begrijpen al snel wat ze moeten doen om hun vertrouwde inslaaphulp terug te krijgen. Op de lange termijn leidt dat helaas alleen maar tot meer tranen – want de volgende keer zal je baby zich afvragen: „Is dit een serieuze poging of geef je toch weer toe?“ en daardoor langer blijven huilen…
Welke slaaptijden zijn het beste om te oefenen?
Stel jezelf als doel dat je vanaf de derde maand minstens één keer per dag probeert om je baby zelfstandig in slaap te laten vallen. Het eerste ochtendslaapje is hier ideaal voor (omdat de slaapdruk ’s ochtends nog hoog is).
’s Middags zijn baby’s vaak onrustiger en hebben ze meer moeite om in slaap te vallen.
Zelfstandig in slaap vallen vóór de nachtrust is overigens vaak de sleutel tot doorslapen! Wil je vooral de nachten verbeteren, dan is het avondritueel de beste oefenmoment. Het grote voordeel is dat je baby ’s avonds sowieso moe is en wij als ouders makkelijker doorzetten, omdat het duidelijk bedtijd is.
Kan mijn baby té slaperig zijn?
Valt je baby razendsnel in slaap, maar wordt hij alsnog vaak of al na korte tijd wakker?
Waarschijnlijk was hij al te slaperig toen je hem neerlegde. Misschien had hij nog zijn ogen open, maar was hij innerlijk al in dromenland. Als je baby direct inslaapt zodra hij het matras raakt, was hij waarschijnlijk al té suf. Hij heeft geen tijd gehad om actief zelf in slaap te vallen, en dat is juist het cruciale punt.
Probeer je baby goed te observeren en let op zijn vermoeidheidssignalen.
De sleutel tot succes: oefening baart kunst
Is je baby jonger dan 4-6 maanden?
Wil je vanaf het begin op een zachte manier zelfstandige inslaaproutines stimuleren? Begin dan rond week 6-8 en laat je baby wennen aan zelfstandig inslapen in bed – met alle tips en methodes die ik hierboven heb beschreven.
Soms lukt het, soms niet – en dat is in deze leeftijd helemaal prima! Probeer het 10 keer voordat je besluit dat het niet werkt. Laat het dan een paar dagen rusten en probeer het opnieuw…
Consistentie en geduld zijn de sleutel.
Is je baby ouder dan zes maanden?
Veel baby’s krijgen te weinig slaap en hebben er veel baat bij als de bedtijd naar voren wordt gehaald en de waakperiodes overdag kort blijven.
Voor oudere baby’s en vooral peuters is het concept „slaperig maar wakker“ minder belangrijk dan in de eerste maanden! Misschien heb je geluk en reageert je baby hier alsnog goed op, waardoor je hem zo kunt helpen om zelfstandig in slaap te leren vallen.
Bij veel oudere baby’s en peuters duurt het echter veel te lang om ze in een slaperige toestand te krijgen – en zodra je ze neerlegt, beginnen ze toch hard te huilen.
Heb je na 6 maanden nog steeds last van slaapproblemen met je kleintje? Dan helpt een duidelijke methode en een concreet actieplan om je baby beter te laten slapen. Gratis hulp en begeleiding vind je in mijn gratis babyslaapcursus.
Heb je gekozen voor een slaapmethode zoals hierboven beschreven? Dan is het aan te raden om 10-15 minuten te werken naar een slaperige toestand. Daarna moet het proces worden ingekort, zodat je baby niet oververmoeid raakt.
Naarmate je baby ouder wordt, is het belangrijk om de focus te leggen op:
- Een vast slaapritueel voor bedtijd en dutjes ontwikkelen
- De juiste slaapomgeving creëren (kamer verduisteren, enz.)
- Het juiste slaaptijdstip vinden (het ‘slaapvenster’ waarin je baby niet te wakker en niet oververmoeid is)
- Voldoende slaap overdag en een goede totale slaapbalans behouden, idealiter met een halfvaste dagindeling (leeftijdsgebonden slaapbehoefte).
Ik wens je veel succes en voor jullie allemaal een goede nachtrust!
Liefs,
Sarah