Je baby slaapt overdag niet, te kort of slechts 30 minuten?

Sarah Babyschlafberaterin
Sarah Mann
Gecertificeerd babyslaapconsulente en moeder van zeven Certified Consultant

Lukt het je alleen met veel liefde en geduld om je baby tot een dutje van 30 minuten te overtuigen? Of heb je zelfs een kleine expert die overdag helemaal niet wil slapen?

Het gevolg is natuurlijk – logisch – een prikkelbare baby. Hij is moe, uit balans, huilt snel en is jengelig. En bij de volgende poging om te slapen, vecht hij er minstens net zo hard tegen.

Geen fijne situatie… voor niemand!

(En dit alles heeft zelfs gevolgen waar je nu misschien nog niet eens aan denkt.)

In dit artikel laat ik je zien waarom korte dutjes ontstaan en geef ik je tips over wat je in zo’n geval kunt doen.

Wanneer stoppen deze 30-minuten-dutjes?

Ik herinner me deze dagen maar al te goed: in principe deed ik niets anders dan proberen mijn kleintje in slaap te krijgen. En als het dan eindelijk gelukt was (en ik nog een paar minuten bleef zitten om zeker te weten dat hij echt sliep), was het na korte tijd alweer voorbij en begon alles opnieuw.

(Van “uitgerust” zijn was natuurlijk geen sprake…)

Hoeveel energie kosten zulke tijden!

En dat is nog niet alles. Want meestal hebben niet alleen de dutjes overdag te lijden, maar ook het inslapen ’s avonds en de nachtrust. (Wat betekent dat het “baby-slaap-nu-eindelijk-eens-goed-spel” gewoon doorgaat!)

Misschien weet jij precies waar ik het over heb?

Je baby slaapt overdag niet of te weinig? De gevolgen

Als je kleintje overdag te weinig slaapt, kan dat de volgende gevolgen hebben:

  • Moeilijke inslaapsituaties overdag en ’s avonds
  • Korte dutjes
  • Snel wakker worden na het inslapen, ook ’s avonds en ’s nachts
  • Vaak wakker worden in de nacht
  • Heel vroeg wakker worden (tussen 4-5 uur ’s ochtends) en moeite hebben om weer in slaap te vallen
  • Huilen/schreeuwen bij het wakker worden na een dutje en ’s nachts tussen slaapcycli

Waarschijnlijk herken je hier wel iets van (ik heb met mijn zeven kinderen ook heel wat meegemaakt!).

Maar de eerste grote vraag is natuurlijk waarom sommige baby’s het zo moeilijk vinden om overdag in slaap te vallen of langer dan 30 minuten te slapen.

Daar kunnen verschillende redenen voor zijn.

Moe? Uitgeput? Radeloos?

MELD JE NU AAN VOOR DE GRATIS BABYSLAAPCURSUS!

Feedback van Sophie:

Je hoort en leest veel over slaaptraining en tips om baby's te laten inslapen en doorslapen. Maar in deze cursus ontvang je elke dag een e-mail met concrete, haalbare stappen in de juiste richting. Toch blijft alles volledig aanpasbaar aan jouw baby en gezinssituatie. Voor ons heeft het enorm geholpen! We slapen eindelijk meerdere uren achter elkaar, en het inslapen overdag duurt maximaal 5 minuten – ‘s avonds hooguit 30 minutenDankjewel voor deze cursus!

3 redenen waarom je baby overdag niet slaapt – en wat je eraan kunt doen!

1. Oververmoeidheid – vijand nummer 1 bij het inslapen

Voordat ik je iets belangrijks vertel over de hormoonhuishouding van je kleintje, wil ik eerst dit met je delen (en als je eenmaal doorhebt hoe waardevol dit inzicht is, zul je het nooit meer vergeten!):

Oververmoeidheid is je grootste vijand bij het inslapen!

Waarom?

Als je kleintje oververmoeid is (of overprikkeld), raakt zijn hormoonhuishouding compleet uit balans!

In plaats van het slaaphormoon melatonine worden zijn kleine lijfje overspoeld met wakker houdende, stimulerende en contraproductieve stresshormonen. Deze werken net als cafeïne en houden je baby wakker, zelfs als hij moe is, of laten hem kort na het inslapen alweer wakker worden.

Daarnaast schakelen bepaalde delen van de hersenen, die verantwoordelijk zijn voor emotionele regulatie, een tandje terug.

Je baby/peuter raakt daardoor sneller geïrriteerd (huilt, schreeuwt en krijgt driftbuien). Dit gedrag komt vooral ’s avonds naar voren en kan een teken zijn van slaaptekort of een verstoord dagritme.

Het is een lastige situatie: slecht slapen overdag en slecht slapen ’s nachts versterken elkaar vaak.

Het is dus echt de moeite waard om het probleem met de dutjes aan te pakken en een oplossing te vinden!

Wat kun je doen?

De oorzaak ligt in het dagritme. Misschien past het huidige ritme niet goed bij je kindje. Of heeft het juist behoefte aan een vaste, voorspelbare structuur.

Niet alleen volwassenen, maar ook baby’s voelen zich veiliger als ze een interne klok kunnen volgen. Een regelmatig dagritme helpt je kleintje zich beter aan te passen aan slapen, wakker zijn en eten. Dit zorgt vaak voor meer rust en evenwicht (ook voor ons ouders!).

(Hierbij kan onze gratis babyslaapcursus je enorm helpen!)

Veel baby’s reageren gevoelig op veranderingen en te veel flexibiliteit in hun dagelijkse routine.

Maar als je erin slaagt een dagritme te creëren waarbij de waaktijden aansluiten bij de leeftijd van je baby, kun je oververmoeidheid veel beter voorkomen.

📌 Sarah’s aantekeningen

In de meeste gevallen zit er te veel tijd tussen de dutjes. Dé klassieker! Dus durf je baby eerder in bed te leggen zodra je de eerste vermoeidheidssignalen ziet.

Een ‘verkeerd’ dagritme

Houd er rekening mee dat korte dutjes volkomen normaal zijn bij baby’s van 4-5 maanden. In veel gevallen is pas daarna een vaster dagritme met langere slaapjes mogelijk.

We moeten dus geen onrealistische verwachtingen hebben en ons aanpassen aan de leeftijd en ontwikkeling van onze baby.

2. Slaapassociaties

Slaapassociaties zijn waarschijnlijk de meest voorkomende oorzaak van korte dutjes, vooral als je baby ouder is dan 5-6 maanden.

Slaapassociaties zijn sterk ingesleten inslaaproutines zonder welke je baby niet in slaap kan vallen of doorslapen. Dit omvat alles wat je baby ‘nodig heeft’ om met hulp of een hulpmiddel in slaap te vallen (dragen, voeden, wiegen, enz.).

Het probleem is vaak dat deze inslaaphulpen juist het doorslapen na een slaapcyclus kunnen belemmeren.

Bij baby’s duren slaapcycli doorgaans tussen de 30 en 50 minuten. Aan het einde van zo’n cyclus komt je baby in een lichte slaapfase en controleert instinctief zijn omgeving. Als die niet meer hetzelfde is als bij het inslapen, is het niet ongewoon dat baby’s wakker worden.

Slaapassociaties doorbreken betekent dus…

  • óf ervoor zorgen dat de omstandigheden bij het overgaan van de ene slaapcyclus naar de volgende hetzelfde blijven als bij het inslapen
  • óf je baby leren zelfstandig in slaap te vallen, zodat hij zelf leert om door te slapen.

📌 Sarah’s aantekeningen

Slaapassociaties zijn in de eerste maanden volkomen normaal en vormen pas een ‘probleem’ als ze een belemmering worden voor een goede dag- en nachtrust. Dan is het tijd om na te denken over verandering via slaapcoaching (er bestaan ook heel zachte en hechtingsgerichte methodes, zie hiervoor mijn babyslaapcursus).

3. Slaapregressie – het begin van een dutjesstaking?

Het komt vaak voor dat baby’s de eerste maanden prima slapen. Maar dan – rond de 4 maanden – ontstaan er plotseling slaapproblemen, en daarmee ook problemen met dutjes.

Dat deze 4-maanden-grens zo opvallend is, is geen toeval!

Dit wordt de “4-maanden-slaapregressie” genoemd, en markeert een enorme ontwikkelingssprong. Ook de slaap verandert hierdoor aanzienlijk: deze wordt cyclischer en de slaapfasen worden duidelijker.

(Overigens kunnen ook andere slaapregressies – bij 9 maanden, 12 maanden, 18 maanden, … – tijdelijke korte dutjes of zelfs een weigering om overdag te slapen veroorzaken. Maar de 4-maanden-regressie is meestal het hardnekkigst…)

Dit alles heeft vaak als gevolg dat baby’s vaker wakker worden en dat dutjes vanaf de 5e maand ineens maar 30-40 minuten duren. Als deze situatie zich na 3-6 weken niet vanzelf verbetert, is het goed om actief aan een oplossing te werken. Want een uitgeruste baby slaapt ’s avonds makkelijker in en wordt ’s nachts doorgaans minder vaak wakker. (Lees ook: 10 redenen waarom je baby steeds wakker wordt (+ 12 oplossingen).)

Handleiding: Dit kun je doen als je baby te kort slaapt

Als je dankzij bovenstaande punten de oorzaak van jullie dutjesprobleem hebt gevonden, kun je gericht actie ondernemen:

Misschien moet je meer regelmaat en vaste tijden invoeren. Dit betekent mogelijk dat je twee weken lang minder uitstapjes plant, zodat je een vast ritme kunt opbouwen. Breng je kindje bij de eerste vermoeidheidssignalen naar een verduisterde slaapkamer, enz. (Meer hierover in de cursus.)

Om het lichaam van je baby op vaste tijden op slaap voor te bereiden, kun je tijdelijk hulpmiddelen inzetten (voeden, dragen, enz.). Ook zou je elke ochtend rond 9 uur een lange wandeling kunnen maken (of iets anders wat je baby helpt) om op zijn minst één goed en lang dutje te bevorderen.

Als de vaste slaaptijden eenmaal ingeburgerd zijn, kun je een volgende stap zetten: het zelfstandig in slaap vallen.

📌 Sarah’s aantekeningen

Als het probleem echt alleen over de dutjes gaat, raad ik vaak aan om eerst te beginnen met het eerste ochtendslaapje. Dit lukt de meeste baby’s het makkelijkst en is doorgaans kort na het wakker worden al nodig.

(Een vaste bedtijd, een vaste tijd om ’s ochtends op te staan en een vast eerste ochtendslaapje zijn de drie gouden stappen naar een gestructureerd dagritme. ;-))

Leren zelfstandig in slaap te vallen zal je kleintje helpen om niet na elke slaapcyclus wakker te schrikken en huilend te zoeken naar wat hij nodig had om in slaap te vallen (dragen, wiegen, sabbelen, …).

Expert-tips

Slaapt je baby maar 30 minuten? Probeer dan deze tips om de dutjes te verlengen.

1. Een subtiel duwtje op het juiste moment

Als je weet dat je baby na 30 minuten wakker wordt, kun je hem na 20-25 minuten héél zachtjes aanraken (voorzichtig uitproberen), zodat hij zich even uitrekt en hopelijk weer verder slaapt.

De logica hierachter is dat je zo de slaapcyclus onderbreekt of verschuift, waardoor je baby de 30-minuten-grens kan doorbreken. Als dit meerdere keren lukt, ontwikkelt hij hopelijk binnen 1-2 weken vanzelf een langer slaappatroon.

2. De ‘dutjes-uurregel’

Ongeacht hoe lang je baby slaapt, laat je hem 60 minuten in zijn bedje liggen. Je kunt af en toe kijken of ernaast zitten en hem zachtjes strelen en geruststellen, maar hij blijft dat uur in bed, of hij nu slaapt of niet. Zo leert hij hopelijk al snel dat het ‘niet loont’ om na korte tijd wakker te worden en verlengt hij vanzelf zijn dutjes.

(Ja, afhankelijk van je kind zullen er in het begin misschien wat tranen zijn. Maar na een paar dagen heeft hij waarschijnlijk door wat de bedoeling is en slaapt hij langer – wat alleen maar ten goede komt aan zijn totale slaapbehoefte, humeur, immuunsysteem, leervermogen en nog veel meer!)

Deze ‘dutjes-uurregel’ is een zeer effectieve methode.

 

In de FAQ-sectie hieronder vind je nog meer aanvullende tips.

Ik hoop dat jij en je kleintje snel meer rust overdag vinden!

Lieve groetjes uit het Slapertjesparadijs ♥

Je Sarah

FAQ – Veelgestelde vragen en antwoorden

1. Wat zijn de gevolgen als mijn baby overdag niet genoeg slaapt?

Als je baby overdag niet voldoende slaapt, kan dat verschillende gevolgen hebben. Op de korte termijn zul je merken dat je baby prikkelbaarder en humeuriger is en moeilijker te kalmeren. Dit kan ook invloed hebben op het slaappatroon ’s nachts, waardoor je baby vaker wakker wordt. Op de lange termijn kan een chronisch slaaptekort de cognitieve en emotionele ontwikkeling van je kind beïnvloeden. Voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van je baby is een goed evenwicht tussen waak- en slaaptijd essentieel.

2. Hoe weet ik of mijn baby te kort slaapt?

Er zijn verschillende signalen die erop kunnen wijzen dat je baby niet genoeg slaapt:

  • Onrust: Een oververmoeide baby kan paradoxaal genoeg moeite hebben met inslapen en onrustig gedrag vertonen.
  • Korte en onregelmatige dutjes: In plaats van diep en vast te slapen, wordt je baby misschien al na korte tijd weer wakker.
  • Vaak wakker worden in de nacht: Dit kan een teken zijn dat hij overdag te weinig rust krijgt.
  • Meer jengelen en een slechter humeur: Dit zijn vaak duidelijke signalen van een slaaptekort.

Let op deze tekenen en probeer een slaapdagboek bij te houden om patronen en mogelijke problemen te herkennen.

3. Waarom slaapt mijn baby overdag maar 30 minuten? Wat zijn de meest voorkomende oorzaken?

Een dutje van 30 minuten is bij veel baby’s heel normaal, vooral bij jongere baby’s. Er zijn echter enkele veelvoorkomende redenen waarom je baby dit ritme blijft aanhouden:

  1. Slaapcycli: Baby’s hebben kortere slaapcycli dan volwassenen. Na ongeveer 30 minuten komen ze vaak in een lichtere slaapfase en kunnen ze daardoor makkelijker wakker worden.
  2. Overprikkeling: Een overprikkelde baby kan moeite hebben om in diepe slaap te komen of erin te blijven.
  3. Honger: Een hongerige baby zal waarschijnlijk niet lang slapen.
  4. Gewoonte: Soms raken baby’s gewend aan korte dutjes, vooral als ze steeds op dezelfde momenten wakker worden gemaakt.
  5. Omgeving: Te veel geluid, licht of een oncomfortabele slaapomgeving kunnen ervoor zorgen dat je baby niet doorslaapt en moeite heeft om een nieuwe slaapcyclus in te gaan.

Het kan helpen om de slaapomgeving en -routine van je baby te optimaliseren en mogelijke verstoringen te verminderen.

4. Mijn baby slaapt maar kort – hoe hangt dit samen met slaapcycli?

Slaapcycli zijn een fascinerend proces, vooral bij baby’s. In tegenstelling tot volwassenen hebben baby’s kortere en meer variabele slaapcycli. Een cyclus bestaat uit zowel REM-slaap (lichte slaap waarin we dromen) als Non-REM-slaap (diepere slaapfasen).

Bij baby’s duurt een slaapcyclus meestal tussen de 30 en 50 minuten. Aan het einde van zo’n cyclus komen ze in een lichte slaapfase of worden ze zelfs bijna wakker voordat een nieuwe cyclus begint. Dit is precies het moment waarop veel baby’s wakker worden, vooral als ze nog niet hebben geleerd zelfstandig van de ene cyclus naar de andere over te gaan.

Daarom slapen sommige baby’s overdag maar 30 minuten. Ze voltooien één slaapcyclus, maar hebben moeite om een nieuwe in te gaan. Je kunt je baby hierbij helpen door hem op een zachte manier door deze overgang te begeleiden, totdat hij leert dit zelf te doen.

5. Wat zijn slaapassociaties en hoe beïnvloeden ze de slaap van mijn baby?

Slaapassociaties zijn eigenlijk de gewoonten, routines of omstandigheden die je baby met slapen associeert. Deze associaties kunnen zowel positief als “negatief” zijn en bepalen vaak hoe makkelijk of moeilijk je baby in slaap valt.

Bijvoorbeeld, je baby kan wennen aan het in slaap vallen bij het geluid van een muziekdoosje of door borstvoeding. Deze signalen geven je baby het gevoel dat het tijd is om te slapen. Maar als je je baby altijd in slaap wiegt en hem daarna neerlegt, kan hij de associatie ontwikkelen dat hij alleen in slaap kan vallen als hij gewiegd wordt.

Het probleem is dat baby’s meerdere keren per nacht wakker worden – dat is volkomen normaal. Maar als ze een sterke slaapassociatie met een specifieke actie of situatie hebben, kan het lastig zijn om zonder die associatie weer in slaap te vallen. Daarom is het verstandig om gezonde en zelfstandige slaapassociaties te bevorderen, zodat je baby leert om zelf in slaap te vallen en door te slapen.

6. Waarom is oververmoeidheid de grootste vijand van het inslapen?

Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar oververmoeidheid kan er juist voor zorgen dat je baby moeite heeft met inslapen. Als een baby te lang wakker blijft en zijn natuurlijke slaapsignalen negeert, begint het lichaam het stresshormoon cortisol aan te maken. Dit hormoon maakt je baby alerter en actiever, waardoor het inslapen moeilijker wordt.

Oververmoeidheid kan er ook voor zorgen dat baby’s ’s nachts vaker wakker worden, minder diep slapen en onrustiger zijn. Dit komt doordat een oververmoeid brein moeite heeft om soepel door de verschillende slaapfasen te gaan en in de diepe, herstellende slaap te komen. Daarom is het zo belangrijk om goed op de slaapsignalen van je baby te letten en hem op tijd naar bed te brengen.

7. Hoe beïnvloedt de 4-maanden-slaapregressie de dutjes van mijn baby?

De 4-maanden-slaapregressie is een bekend fenomeen waar veel ouders mee te maken krijgen. In deze periode verandert het slaappatroon van je baby: het ontwikkelt zich van een pasgeborenen-patroon naar een meer volwassen slaappatroon.

Tijdens deze regressie kan je baby plotseling kortere dutjes doen of vaker wakker worden. Dit komt doordat er nu meer lichte slaapfasen zijn, waarin je baby makkelijker ontwaakt. Overdag kan dit leiden tot korte, onrustige slaapjes of dutjes die plotseling afgebroken lijken te worden. Ook kan je baby in deze fase meer moeite hebben met inslapen, zowel overdag als ’s nachts.

Het belangrijkste is om geduldig te blijven en te begrijpen dat dit een normale ontwikkelingsfase is. Met steun en een consistente aanpak zal je baby leren omgaan met deze nieuwe slaappatronen.

8. Wanneer stoppen die 30-minuten-dutjes?

Veel baby’s gaan door een fase waarin ze maar 30 minuten per keer slapen. Maar geen zorgen, dit blijft niet voor altijd zo. De duur van dutjes verandert om verschillende redenen, meestal als gevolg van rijping en ontwikkeling van het slaappatroon.

Rond de 5 à 6 maanden ontwikkelt de slaapstructuur van je baby zich verder, waardoor dutjes langer kunnen worden. Sommige baby’s hebben hier echter wat meer tijd voor nodig. Ook de slaapomgeving speelt een rol: een rustige, donkere kamer kan helpen om langere dutjes te bevorderen. Daarnaast zijn slaapassociaties belangrijk: als je baby zichzelf kan kalmeren, kan hij makkelijker van de ene naar de andere slaapcyclus overgaan.

Blijf geduldig en bied een consistente slaapomgeving en routine aan. Na verloop van tijd zullen de korte dutjes waarschijnlijk vanzelf langer worden.

9. Wat kan ik doen als mijn baby overdag moeite heeft met inslapen?

Er zijn verschillende redenen waarom een baby overdag moeite kan hebben met in slaap vallen. Maar geen zorgen, met een paar bewezen strategieën kun je hem helpen:

  1. Vaste dagstructuur: Baby’s houden van voorspelbaarheid. Een duidelijke routine helpt hen om te ontspannen.
  2. Optimale slaapomgeving: Een donkere, koele kamer met rustgevende achtergrondgeluiden of wit geluid kan het inslapen bevorderen.
  3. Let op vermoeidheidssignalen: Gapen, in de ogen wrijven of jengelen zijn tekenen dat het tijd is voor een dutje. Leg je baby in bed voordat hij oververmoeid raakt.
  4. Vermijd overprikkeling: Te veel activiteit of spel net voor het slapen kan het moeilijker maken om tot rust te komen. Een rustig moment voor het dutje kan helpen.
  5. Consistente inslaaproutines: Herhaalde, kalmerende activiteiten zoals een liedje zingen of wiegen kunnen je baby helpen begrijpen dat het tijd is om te slapen.
  6. Zelfregulatie stimuleren: Het is belangrijk dat baby’s leren zichzelf te kalmeren. Dit betekent niet dat je hem moet laten huilen, maar geef hem wel de kans om zelfstandig in slaap te vallen.

Onthoud dat elke baby uniek is. Wat voor de ene baby werkt, werkt misschien niet voor de andere. Soms is het een kwestie van uitproberen en ontdekken wat het beste bij jouw baby past.

10. Hoe helpt een vast dagritme mijn baby beter te slapen?

Een vast dagritme kan wonderen doen voor de slaap van je baby. Baby’s houden van voorspelbaarheid. Een consistente routine helpt hen zich beter aan te passen aan het natuurlijke ritme van de dag. Hier zijn enkele redenen waarom een vast ritme zo belangrijk is:

  1. Veiligheid en geborgenheid: Een regelmatig ritme geeft je baby een gevoel van zekerheid, omdat hij weet wat er gaat komen.
  2. Regulering van het slaap-waakritme: Als voeding, speeltijd en slaapmomenten steeds rond dezelfde tijd plaatsvinden, synchroniseert de interne klok van je baby beter met het natuurlijke licht-donker-ritme.
  3. Beter doorslapen in de nacht: Vaste dutjes overdag zorgen vaak voor een betere nachtrust, omdat je baby niet oververmoeid naar bed gaat.
  4. Gezonde slaapgewoonten: Een regelmatig dagritme helpt bij het ontwikkelen van goede slaapgewoonten die ook op latere leeftijd blijven bestaan.
  5. Betere planning voor ouders: Als je weet wanneer je baby waarschijnlijk slaapt of wakker is, kun je de dag makkelijker organiseren.

Hoewel een vast dagritme veel voordelen heeft, is het ook belangrijk om flexibel te blijven. Soms heeft je baby meer slaap nodig dan normaal of wil hij eerder eten. Het belangrijkste is om naar de behoeften van je baby te luisteren en daarop in te spelen.